Vaardigheden in psychodiagnostiek

Achtergrond bij ViP 6

In ViP 6 Differentiaaldiagnostiek van ontwikkelingsstoornissen ontwikkelen studenten kennis van en vaardigheden in het diagnosticeren van stoornissen bij kinderen en jeugdigen. Adequate diagnostiek is hierbij van groot belang. Classificatie en diagnosticeren in de praktijk van de kinder- en jeugdpsychologie is het aanbrengen van orde in de diversiteit aan psychische symptomen bij kinderen en jeugdigen. De psycholoog verkrijgt deze orde op basis van het anamnestisch gesprek met de ouders of verzorgers, observatie van het kind of de jeugdige tijdens een gesprek en testresultaten van het kind.

 

Het hoofddoel is: het leren herkennen van symptomen van psychopathologie in de (vroege) ontwikkeling en het stellen van een dsm-iv-tr-diagnose.

 

Deze ViP heeft daarom de volgende subdoelstellingen:

  • studenten leren dat het diagnostisch gesprek met ouders (ook wel anamnestisch interview) een belangrijk instrument is om een dsm-iv-tr-diagnose te stellen;
  • studenten inzicht te laten verkrijgen in het doel en de structuur van het anamnestisch interview;
  • studenten leren om symptomen van psychopathologie in de (vroege) ontwikkeling te herkennen en op basis daarvan een adequate dsm-iv-tr-diagnose te stellen;
  • studenten leren dat testmaterialen aanvullende informatie kunnen opleveren bij het stellen van een dsm-iv-tr-diagnose bij stoornissen in de (vroege) ontwikkeling;
  • studenten leren om differentiaaldiagnostisch te denken.