Vaardigheden in psychodiagnostiek

Ontstaan van de ViPs

Van 2003 tot begin 2008 is in het kader van twee op elkaar aansluitende projecten een aantal interactieve computerprogramma's ontwikkeld bedoeld voor onderwijs in de psychodiagnostiek. De projectmedewerkers waren verbonden aan het Instituut voor Psychologie van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR), de faculteit psychologie van de Open Universiteit Nederland (OUNL) en de opleiding psychologie van de Universiteit Twente (UT). Het eerste project (looptijd 2003-2005), getiteld Vaardigheden in PsychodiagnostiekI (ViP I), werd gefinancierd door de Stichting surf. Het tweede project (looptijd 2006-2008), getiteld Vaardigheden in Psychodiagnostiek II (ViPs II), werd gefinancierd door de Digitale Universiteit (DU).

 

Het doel van beide projecten was interactieve zelfinstructie programma’s te ontwikkelen voor de verwerving van (communicatieve) vaardigheden die van belang zijn bij psychodiagnostiek. Daarbij ging het in de eerste plaats om generieke beroepsvaardigheden, zoals observeren, gesprekken voeren en toepassing van de beroepsethiek, die vele in de praktijk werkzame psychologen nodig hebben. In de tweede plaats ging het om meer specifieke vaardigheden in de context van klinisch-psychologische diagnostiek bij volwassenen en ontwikkelingspsychologische diagnostiek bij kinderen en adolescenten.

 

Het interactieve leermateriaal kreeg de vorm van ViPs (Vaardigheden in Psychodiagnostiek-modules).

 

 

De Basisaantekening Psychodiagnostiek (bapd) van het nip

 

De eisen van de Basisaantekening Psychodiagnostiek (bapd) van het Nederlands Instituut van Psychologen (nip) vormden het uitgangspunt voor beide projecten. Deze Basisaantekening Psychodiagnostiek is in 1994 ingesteld. Het doel daarvan was volgens artikel 1 van het Reglement Basisaantekening Psychodiagnostiek (1994) dat ‘eerste-fase psychologen, die zich in hun beroepsuitoefening van psychodiagnostische methoden en beslissingsprocedures zullen bedienen, […] ter zake van de algemene psychodiagnostiek de vereiste kennis en praktische vaardigheid verwerven welke de basis vormen voor een adequate verdere bekwaming in psychodiagnostiek’. (p. 1)

In 2009 heeft het nip een vernieuwde versie van het reglement opgesteld. Ten aanzien van de inhoudelijke eisen voor de verwerving van de bapd zijn echter vrijwel geen wijzigingen opgetreden.

 

 

Ontwikkeling van de ViPs

 

Bij de ontwikkeling van de ViPs werd in het algemeen gebruikgemaakt van cumulatieve microtrainingsmethode (cmt). Uit verschillende studies is gebleken dat deze methode tot grote effecten leidt op het gebied van kennis, vaardigheden en zelfvertrouwen bij gespreksvoering (Baker & Daniels, 1989; Baker, Daniels & Greeley, 1990; Van der Molen, Smit, Hommes & Lang, 1995; Daniels, 2003; Kuntze, Van der Molen & Born, 2007; Kuntze, Van der Molen & Born, 2009. De cmt is in de verrichte studies vooral gebruikt bij gespreksvaardigheidsonderwijs. Kenmerkend voor de cmt is dat complexe vaardigheden worden opgedeeld in deelvaardigheden. Zo moeten studenten voor de beheersing van de complexe vaardigheid ‘voeren van een hulpverleningsgesprek’ de beschikking hebben over een reeks deelvaardigheden: gespreksregulerende vaardigheden, luistervaardigheden (vragen stellen, gevoelens kunnen herkennen en reflecteren) en adviesvaardigheden (Lang & Van der Molen, 2004). Nieuw in het onderhavige project was dat de methode ook werd gebruikt voor het onderwijs in het leren beheersen van de verschillende fasen in het psychodiagnostisch proces.

Bij de ontwikkeling van elke ViP werd zoals gezegd samengewerkt door teams van de drie betrokken instellingen: het Instituut voor Psychologie van de Erasmus Universiteit Rotterdam, de faculteit psychologie van de Open Universiteit Nederland en de opleiding psychologie van de Universiteit Twente. Daarbij had steeds één instelling de hoofdverantwoordelijkheid. Doel was de programma’s zodanig flexibel vorm te geven dat ze zowel inpasbaar waren in het eigen curriculum als in dat van de andere instellingen. Per ViP werden zeven fasen onderscheiden:

  1. ontwikkeling van het didactisch ontwerp;
  2. ontwikkeling van de concrete inhoud;
  3. ontwikkeling van het user-interface design;
  4. implementatie in de curricula;
  5. evaluatie van inhoud en bruikbaarheid door de studenten;
  6. ontwikkeling definitieve versie op basis van de evaluaties;
  7. disseminatie.

Bestel de training

Bestel het boek (incl. activatiecode) in de webshop van Boom Lemma uitgevers.